Voetbal, de onsportieve wereld zonder atleten

Meer dan eens heb ik het mij afgevraagd, starend naar een herhaling waarin een voetballer een schwalbe uitvoert die een uitmuntende score krijgt voor wat betreft het theatrale gedeelte, maar een dikke negatieve score voor wat betreft sportiviteit. Bestaat er trouwens een andere sport waar men probeert te winnen via onsportief gedrag?

En wat zouden balletdansers, die jaren lichamelijke pijn overwinnen, denken als ze zulks een armzalige onsportieve uitvoering zien van de stervende zwaan, ergens op het heilige gras. Wat zou een rugbyspeler denken als die ziet hoe lang die voetbalspeler blijft liggen, en welke wonderbaarlijke genezing er gebeurt met behulp van wat spray uit een of andere spuitbus.

Trekkebenend, grimassend gaat de voetballer naar de zijlijn, om daar plotsklaps terug tot leven te worden gewekt, de arm op te steken en te roepen: “Hé scheids, ik kan weer verder!” Wat moet een wielrenner daarvan denken, als die na een valpartij terug op de fiets stapt, bedekt met schaafwonden die menig voetballer klaarblijkelijk fataal zouden worden.

Spelers die valsspelen en komedie verkopen, eisen van diezelfde scheidsrechter dat hij hen wel eerlijk behandelt. Hoe valt dat eigenlijk te rijmen? Eerlijk, wie kan mij dat uitleggen?

Vanaf het eerste tot het laatste fluitsignaal loopt men te mekkeren tegen die scheidsrechter. “Het hoort erbij!”, wordt er dan al snel gezegd, “want het is topsport!” Ligt men in de NBA vanaf de eerste tot de laatste minuut te klagen en te zagen aan de oren van scheidsrechters? bestaat er überhaupt een andere sport waar men dat doet?

En dan heb je de sportieve staf die ook denkt recht te hebben op haar stukje van de onsportiviteit. De psychologische oorlogsvoering langs de lijn overstijgt regelmatig de sportieve strijd op het veld. En die begint voor de wedstrijd om voort te duren tot lang na de wedstrijd. Trainers en bestuur die denken recht te hebben op een bezoekje aan de scheids, voor, tijdens of na een wedstrijd. Niet om sportieve redenen, wél voor nog meer onsportieve redenen. Druk uitoefenen. Voor, tijdens en na de wedstrijd. Omdat het kan. Blijkbaar, opnieuw, alleen in het voetbal is dat mogelijk.

Het onsportieve gedrag overstijgt al langer de waanzin.

Spelers die een bal buiten trappen en toch maar snel de hand opsteken in de hoop er een onsportieve inworp uit te halen. En die vervolgens verbouwereerd reageren als ze die inworp, honderd procent terecht, niet krijgen.

Spelers die drie, vier fouten na elkaar maken en dan teken doen alsof het hun eerste fout was als ze die, opnieuw terechte, gele kaart ontvangen.

Spelers die hun studs, onbedoeld dat wel en gelukkig maar, planten op knieën of enkels van tegenstanders en dan het cirkelgebaar maken alsof ze de bal hebben gespeeld. Wat bezielt die mensen toch? Waarom steken die niet gewoon de hand op, bieden ze hun excuses aan en gaan ze vervolgens kijken naar de tegenstrever om met gemeende intentie te vragen of alles ok is.

Neen, zelfs dan volgt er theatraal gedoe. Zelfs dan primeert het onsportieve.

Als je kijkt naar balletdansers, rugbyspelers, hockeyspelers, basketballers, wielrenners… en allerlei andere sporten dan vraag je jezelf toch af waarom enkel het voetbalwereldje onsportiviteit zo belangrijk vindt. En of daar nog wel écht zoveel atleten te vinden zijn.

Het voetbal heeft veel te leren van andere sporten, waar de sport ook steevast emotie is, maar waar de sport nog sport moet zijn.

En voor wat het waard is, voetbalsupporters zijn dat onsportieve gedrag in die voor hen oh zo belangrijke sporttak gewoonweg kotsbeu.

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag